Nieuws
Terug naar overzichtVerslag thema-avond WO II in Ned. Indië met Tineke van Ommen
Op vrijdag 27 september 2019 was mevrouw Tineke van Ommen te gast bij de de Bond van Wapenbroeders afdeling Roermond en Venlo voor een thema lezing in het Generaal Spoorpaviljoen te Roermond.
Mevrouw Van Ommen, inmiddels 85+ was tijdens de Japanse overheersing in de Tweede Wereldoorlog een z.g. buitenkamper, maar tijdens de bersiap-periode is ze toch nog in een kamp terechtgekomen. Zij verhaalde openhartig over haar belevenissen; hoe in 1941 alle weerbare mannen werden ingelijfd in het KNIL en de Japanners Nederlands Indië aanvielen en innamen. Ook haar vader werd opgeroepen; het KNIL heeft slechts 3 stand gehouden. In maart 1942 werden de KNIL krijgsgevangenen als dwangarbeiders verscheept naar Singapore, Birma, Sumatra enz. Toen stopte ook de salarisuitbetalingen aan het gezin. Haar vader heeft aan de Birma spoorlijn moeten werken en is helaas nooit meer teruggekomen. Gezinnen vielen uiteen: vrouwen en kinderen zonder vader, zonder man. Er heerste angst en verwarring alom.
Zij gingen in het huis van oma wonen, samen met tantes en de kinderen, dat was veiliger. Iedereen moest aanpakken om te overleven en vooral niet klagen. Zij verhaalde over hoe ze creatief moesten zijn om aan geld en eten te komen.
Op een gegeven moment haalden de Japanners gezinnen uit de huizen en moesten zij naar kampen. De families met gemengd bloed werden even met rust gelaten. Maar later kregen ook zij huisarrest en mochten het huis niet verlaten, helemaal geïsoleerd. Er werden bamboehekken geplaatst en dag en nacht was er bewaking.
Door dit isolement raakte de voedselvoorraad op. Maar niemand mocht de straat op. Toen heeft haar moeder haar aangekleed als Indonesisch meisje en op pad gestuurd om inkopen te doen. Ze mocht niet praten om zich niet te verraden en alleen aanwijzen wat ze nodig had. Dit waren zeer angstige momenten. Toen het geld op was en niets meer te koop was, begon de honger te knagen. Haar oma gelastte haar om plantjes en kruiden uit de tuin te verzamelen en ook de slakken die er rondkropen. Oma kookte de groeten en de slakken werden gebakken. Je kon het eten, maar het smaakte voor geen meter. De opbrengst van de fruitbomen in de tuin was onvoldoende om 19 mensen te voeden. Toen hebben ze gevoeld wat honger betekende.
Na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki capituleerde Japan op 15 augustus 1945. Ze konden bijna niet geloven dat de oorlog voorbij was. Maar de bevrijding bracht haar vader niet thuis en de bevrijding hadden zich ook anders voorgesteld. Soekarno proclameerde de Merdeka: Indonesië voor de Indonesiërs. Extreme jonge nationalisten trokken moordend en plunderend en brand stichtend door de steden. Ook hun huis werd leeggehaald, kleding, boeken, meubilair, foto’s, alles werd op een hoop gegooid en verbrand. Dat was een vreselijke gebeurtenis. Gelukkig werden zij zelf niet beschadigd.
Daarna werden zij in een kamp geïnterneerd voor hun eigen bestwil. De Bersiap periode was een feit. Daarna kwamen ze in een Japans interneringskamp terecht, waar blanke Nederlanders gevangen zaten en ook Klooster Zusters. Ook daar was het weer een gevecht om te overleven. In 1946 werden ze bevrijd door Engelse militairen en geëvacueerd naar Semarang en verder naar Batavia, waar heel veel evacués zaten. De vrouwen gingen aan het werk op de plekken waar voorheen mannen werkten als onderwijzeres, verpleegkundige, ambtenaar e.d.. Veel mannen waren immers niet meer teruggekeerd. Zij deden wat nodig was, zonder te klagen en verdreven van huis en haard. Tijd voor rouw was er niet; ze moesten doorgaan voor het gezin, voor de kinderen. Een voorbeeld van moed en dapperheid. De ware helden uit de oorlog zijn de dappere en heldhaftige vrouwen, die nooit vergeten moeten worden en die we altijd dankbaar moeten blijven, zo besluit mevrouw Van Ommen haar lezing.
Het was een indrukwekkend verhaal van een ooggetuige uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog en daarna in Nederlands Indië. Het aanwezige publiek hing aan haar lippen. Onze hartelijke dank aan Tineke van Ommen voor het delen van haar herinneringen aan deze tijd.